“De tweeminutenregel”

“De tweeminutenregel: een kwestie van efficiëntie”

Je hebt het druk. Met werk, huishouden, gezin. Naast alle verplichtingen, grote taken en klussen, zijn er ook vele kleine taken en klusjes waar je mee te maken hebt.

  • Vaatwasser uitruimen
  • Post wegwerken
  • Dat makkelijke mailtje of appje beantwoorden
  • Planten water geven
  • Iets op de juiste plek opbergen
  • Online een reservering maken

Vaak zijn dit regelmatig terugkerende, niet echt dringende klusjes of acties, waar je misschien niet altijd zin in hebt of “komt nu niet uit, te druk, lastig, niet leuk”.
Maar je ontkomt er echt niet aan: ze moeten uiteindelijk wel gedaan worden!

Hoe raak je dat onrustige gevoel kwijt dat er nog allerlei kleine klusjes of acties op je liggen te wachten? Hoe krijg je wat meer rust en ruimte in je hoofd?

Benieuwd naar een makkelijk toepasbare tip om uitstelgedrag aan te pakken?

De tweeminutenregel!

Wat houdt die tweeminutenregel dan in?

Voer klusjes of acties die je binnen 2 minuten kunt doen, meteen uit. Stel niet uit en denk dus niet: dan doe ik straks, morgen of later wel. Want vaak zorgen die gedachtes voor dat onrustige gevoel:

  • je “moet” nog iets doen….
  • er ligt nog een taak op je te wachten (en je weet precies welke taak dat is)….
  • je moet nog ergens een beslissing over nemen….

De tweeminutenregel kun je heel flexibel toepassen. Echt niet alleen voor klusjes die maximaal 2 minuten duren. Het maakt niet uit of een klusje je 5 of 10 minuten van je tijd kost. Belangrijkste is dat je het uit je hoofd kunt zetten zodra de taak volbracht is.

David Allen laat in zijn boek “Getting Things Done” zien dat die 2 minuten vooral een richtlijn zijn. Met betrekking tot e-mails bijvoorbeeld beschrijft hij de gedachte achter de tweeminutenregel als volgt: “Het duurt langer om iets op te slaan, later weer terug te moeten vinden en er dan alsnog tijd aan te besteden. Het is een kwestie van efficiëntie.”

Hoe pas ik zelf deze regel toe?

Ik liep vaak (niet altijd!) met een grote boog om de wasmand met vouwwerk heen. “Geen zin, niet leuk.” Maar ik zag die wasmand wel iedere keer wanneer ik er langs liep! En ik wist ook heus wel dat de schone was uiteindelijk toch in de kast opgeruimd moest worden, liefst voordat de volgende was gedaan was. Op een gegeven moment ging bij mij de knop om, omdat ik besefte dat dit uitstelgedrag voor ruis in mijn hoofd zorgde. Inmiddels pas ik de tweeminutenregel (flexibel toegepast!) al een hele tijd voor deze taak toe. Was gedaan? Was vouwen en in de kast opruimen. Klaar!

Probeer de tweeminutenregel ook gewoon eens voor een paar weken te gebruiken, ook al is het maar voor één onderdeel in je dagelijks leven.

Zie het aanleren van deze nieuwe gewoonte als een leuke uitdaging met een mooi resultaat in het vooruitzicht!

Door een kleine gedragsverandering krijg je een beetje meer overzicht en meer rust en ruimte in je hoofd! Net als ik.

Ben jij klaar om te beginnen met opruimen?
Laten we samen aan de slag gaan. Je kunt me
bellen, mailen of een appje sturen.

Een opgeruimd huis

Een opgeruimd huis, maar… het hoeft niet perfect te zijn

Dat klinkt vast raar uit de mond van een opruimcoach!
Het perfecte plaatje zoals te zien is in woon- en stylingmagazines?

Wat mij betreft hoeft een huis daar zeker niet aan te voldoen!

Een huis is vooral bedoeld om in te leven. Het hoeft niet perfect te zijn!

Maar het zou natuurlijk wel prettig zijn als een huis een fijn, gezellig en veilig thuis is.

  • Waar de woonruimtes worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn
  • Met je vertrouwde spullen om je heen, waar je blij mee bent, die iets voor je betekenen
  • Met spullen die daadwerkelijk gebruikt worden

Liefst een huis zonder spullen waar je een schuldgevoel of ander negatief gevoel bij hebt:

  • Een miskoop (“ik hou het maar, want ik heb er geld aan besteed”)
  • Een cadeautje dat niet echt je smaak is (“ik durf niet te zeggen dat ik het niet mooi vind, dus ik geef het toch maar een plekje in huis”)
  • Onuitgepakte dozen op zolder na een verhuizing waar na een paar jaar nog steeds niets mee is gedaan (“eigenlijk moet ik die dozen nog een keer uitzoeken”)

Dit soort spullen kosten vooral energie.

Een opgeruimd huis levert positieve energie op!

In een opgeruimd huis kunnen kinderen heerlijk spelen. Omdat de huiskamer niet overvol met allerlei spulletjes staat, is er ruimte voor de kinderen om veilig met hun speelgoed te spelen. Ze hoeven niet bang te zijn dat ze iets kapot maken en kunnen lekker hun gang gaan.
En wanneer na een dag lekker spelen het speelgoed wordt opgeborgen in handige opbergdozen, is de huiskamer snel weer opgeruimd.

In een opgeruimd huis is het opruimen makkelijker en sneller gedaan. Omdat spullen er een vaste plek hebben, weet je precies waar alles hoort te liggen. En als je het weer nodig hebt, hoef je niet te zoeken.
Wanneer spullen geen vaste plek hebben, dan is de kans groot dat iets zomaar ergens wordt neergelegd. Of spullen worden even gauw in een kast opgeborgen. Deurtje dicht, niemand die het ziet!

In een opgeruimd huis kun je je beter ontspannen. Omdat je niet steeds wordt afgeleid door de rommel en het gevoel dat je eigenlijk nog wat moet doen, heb je meer tijd voor jezelf. En dan kun je bijvoorbeeld relaxed op de bank een boek lezen!

“Let niet op de rommel”

Een opgeruimd huis is een gastvrij huis, waarin het fijn is om bezoek te ontvangen.

Wanneer het een chaos in huis is en er staat onverwacht visite voor de deur, dan voel je je misschien ongemakkelijk of je schaamt je misschien zelfs voor de rommel.

Is jouw standaard welkomstzinnetje: “Let niet op de rommel”? En voel je je daar niet gelukkig mee?

Misschien is het dan toch tijd om te beginnen met opruimen. Niet voor de visite, maar voor jezelf!

Ben jij klaar om te beginnen met opruimen?
Laten we samen aan de slag gaan. Je kunt me
bellen, mailen of een appje sturen.